23 november aanstaande bestaat de Centrale Administratie 110 jaar. Een goede reden om eens terug te kijken op haar historie en haar huidige werkzaamheden.
We keren even terug naar 1863: drie zendings-evangelisten waren vanuit Hamburg naar Amsterdam gekomen om de weg voor apostel Schwarz voor te bereiden. De kleine gemeente die ontstond had het financieel zwaar. Van de collectes moesten zaalhuur en het levensonderhoud van zowel de apostel als de drie evangelisten worden bekostigd. Om enige zekerheid te krijgen, verplichtten de gemeenteleden zich, naast de gebruikelijke collecte, om wekelijks een vast bedrag af te staan. Dat leverde dan 10 gulden per week op. Pas in 1867 was er sprake van de “tienden” waarmee aan de financiële nood een einde kwam.
In die periode bestond er nog geen weekblad. Apostel Schwarz schreef wel een “spijsbriefje” dat diende als basis voor de diensten. Het begon steevast met het opschrift “Epistel”, gevolgd door het Bijbelboek en de vers nummers.
In 1896 begon apostel Krebs met de gratis (!) Nederlandse uitgave van de “Wächterstimmen aus Efraim”, wat hier de titel “Wachter Sions” heette. Er was tevens een bijlage getiteld “De zevende bazuin”.
Als stamapostel Niehaus in 1906 apostel Kofman bezoekt, vraagt hij naar de wijze hoe de administratie is ingericht en hoe de binnengekomen offers worden beheerd. Dat bleek er helemaal niet te zijn omdat het volgens apostel Kofman niet nodig was. Het was alles op basis van trouw en vertrouwen en plaatselijk geregeld. Ledenregisters waren in sommige gemeenten wel aanwezig (bijvoorbeeld in Groningen vanaf 1896) maar van enige centrale registratie was geen sprake. Stamapostel Niehaus gaf het advies om toch maar een behoorlijke en centraal gestuurde administratie in te voeren. Maar apostel Kofman zag daar tegenop omdat hij administratief niet goed was onderlegd. Hij vraagt dan aan herder Johannes van Oosbree om een goede administratie op te zetten.
Inmiddels veranderde er ook iets aan de periodieken: het werden betaalde bladen. Voor de Wachter Sions met bijlage diende men 10 cent per maand te betalen. Maar als men dat niet kon opbrengen, dan kon men ook voor de helft of zelfs gratis de bladen krijgen, een en ander in overleg met de plaatselijke voorganger.
We zijn in 1913 beland: onze kerk telt zo'n 7400 leden. De administratie wordt steeds omvangrijker en vraagt meer personele inzet en ruimte. In Amsterdam verrijst aan de Plantage Franschelaan 38 een nieuw kerkgebouw voor de gemeente Amsterdam 2. In dat nieuwe gebouw werden ook passende ruimtes gemaakt voor een gecentraliseerde administratie. Het gebouw werd op 23 november 1913 in gebruik genomen en konden financiën, redactie, ledenadministratie en correspondentie centraal worden aangestuurd.
In 1946 breken er moeilijke tijden aan als zo'n 80 procent van de leden zich afwendt van de stamapostel. Er volgen een aantal processen over onder andere het bezitsrecht van kerken met interieur en de administratie. In die periode is de kandidaat-notaris Herman Holtkamp de administrateur voor de HAGEA en uit zijn correspondentie met zijn collega Herman van Oosbree blijkt dat het er soms heftig aan toe ging. In 1951 doet de rechtbank uitspraak dat de HAGEA de rechtmatige eigenaar is en dat alle kerkgebouwen, de inventaris, de financiën en de ledenadministratie moeten worden overgedragen.
In de zeventiger jaren wordt besloten de Centrale Administratie, dan onder leiding van oudste Klene Sr, te verhuizen naar een meer centraal gelegen plek in Nederland. Zo wordt er gekozen voor Amersfoort waar voldoende ruimte beschikbaar is voor de benodigde werk- en vergaderruimtes. En er is parkeerruimte! In 1982 werken er zeven personen en in 1997 biedt de Centrale Administratie aan tien personen werk.
Er is natuurlijk veel veranderd: gemeenten ontstonden en verdwenen, het ledenaantal groeide en nam af, typemachines verdwenen en werden vervangen door computers. De telex werd vervangen door de fax, de fax door e-mail. Het digitale tijdperk deed zijn intrede. De plaatselijke kerkboeken maken plaats voor een landelijk digitaal ledensysteem. Daarnaast kwamen er ook heel wat taken bij: gebouwenbeheer, onderwijs, jeugdverzorging, coördinatie en verzorging van de missiegebieden, faciliteren van livestream uitzendingen en diverse werkgroepen als archief en toekomstverkenning, lidmaatschap van de Raad van Kerken. En niet te vergeten: het waarborgen van een “veilige kerk” en het toekomstbestendig maken van onze kerk. Anno 2023 werken er nog drie personen.
Wat ook veranderde waren de weekbladen. Wachter Sions werd Stem van de Wachter met als bijlagen Vriend van de Jeugd en De Goede Herder. Als in het begin van de reguliere periodieken waren deze gratis. Tot eind jaren tachtig verscheen het tweewekelijks. Als “alternatief” voor dit blad bestond er nog het Duitse blad “Unsere Familie” dat later ook in het Nederlands zou verschijnen. En nu, 127 jaar na de invoering van de eerste reguliere periodiek, houdt dat ook op te bestaan en wordt het vervangen door een digitaal periodiek.
Voor de totstandkoming van dit artikel hebben we een interview gehouden met zr Greet Nijhof. Na 23 jaar op de CA te hebben gewerkt nam ze in 2011 afscheid. Ze kijkt terug:
Alles is begonnen met wat hand en span diensten op de CA. Bijvoorbeeld het samenstellen van de boeken voor de dirigentenopleiding. Thuis voor districtsevangelist Bloem een stencil typen voor de indeling dan naar de CA en daar zorgde broeder Albrecht dat het stencil werd afgedrukt (niet meer te volgen voor jonge mensen).
Broeder Albrecht werd plotseling ziek toen heb ik geprobeerd het werk door te laten gaan op het secretariaat. Alles nog op de elektrische schrijfmachine. Faxen, kopiëren, enveloppen voorzien van een adressticker en postzegel, later door de frankeermachine. Nadat broeder Albrecht weer beter was ben ik door districtsapostel Pos gevraagd te gaan helpen op de boekhouding en ben ik in vaste dienst gekomen van de kerk. Maar ja zoals dat dan gaat priester Scholten met vakantie wie boekt er dan de reizen? Dat ben ik er bij gaan doen. Inmiddels had ook de pc zijn intrede gedaan dus op cursus.
Nadat Janet Smit stopte met werken ben ik ook haar werk gaan overnemen en werd het voor mij een volledig baan. Ik heb heel veel mooie dingen mogen doen o.a. het meehelpen regelen van de stamapostel bezoeken. Dit heb ik altijd als heel bijzonder ervaren. Zo dicht bij stamapostel Fehr en Leber heel fantastisch. Meegeholpen met het organiseren van de districtsapostel-vergadering voor alle districtsapostelen en helpers van over de hele wereld in Rotterdam ook hun vrouwen waren uitgenodigd. Daar mocht ik gastvrouw zijn.
Met alle medewerkers en partners met de trein naar Maagdenburg naar distictsapostel Karnick. Maar ook naar Bremen omdat districtsapostel Pos dat district ook verzorgde. Ook wel eens op zaterdag aan het werk omdat districtsapostel Pos zijn verjaardagfeest vierde en deze dag ons eerste kleinkind werd geboren “mama wanneer kom je”. En als wielrenster naar het afscheidsfeest van districtsapostel Pos. Geintje. Moest ook kunnen.
Naast de vele blijde momenten en berichten kwamen er ook nare berichten binnen. Ook dit deden met elkaar. Met distictsapostel de Bruijn werd het weer een heel andere tijd maar net zo geweldig. Samen gelachen maar ook samen verdriet gedeeld. Vlak nadat districtsapostel de Bruijn was ingezet het verongelukken van onze broeders in Oostenrijk. We waren lamgeslagen. Op dezelfde dag een broeder verongelukt in Zuid-Afrika. Dat beleef je heel intens.
Twee keer is het me overkomen dat ik ’s morgens als eerste op de CA kom en alles is overhoop gehaald en vernield. Inbrekers. ’s Middags een keer een insluiper tegen het lijf gelopen. Ik had hem zelfs vast maar dan ga je denken en laat je hem toch los. Hij ging er vandoor maar hij had wel mijn portemonnee.
Met verjaardagen de kamer van de jarige versieren. Ook dat hoorde erbij. Best leuk. Ontbijt brengen op de eerste verjaardag, die ik meemaakte, van districtsapostel de Bruijn. Hij moet wel gedacht hebben waar ben ik nu terechtgekomen.
Zo is er in die kleine 25 jaar dat ik op de CA gewerkt heb heel wat gebeurt. Ik kan terugkijken op prachtige jaren van samenwerking met heel veel collega’s districtsapotel Pos, distictsapostel de Bruijn, oudste Klene, priester Scholten, apostel Sepers, broeder Nagel, priester Heeres, Janet Smit, broeder Albrecht, opziener Kamstra, priester Steunebrink, broeder Broersma, oudste Breggeman, opziener Vis, broeder Waerts, priester Breekveld en heel bijzondere jaren samen met Marianne v.d. Berg maar ook de vele vrijwilligers.
Ik kijk terug op een geweldige tijd. Er is nooit een dag geweest dat ik met tegenzin naar mijn werk ben gegaan. En op 11 mei 2011 na ruim 23 jaar met pensioen.
Greet Nijhof
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland