Terugblik op de kerkdienst met de districtsapostel voor de districten Assen en Groningen op 22 april 2018
Districtsapostel Storck diende ons aan de hand van het Bijbelwoord: Johannes 8:36 "“dus wanneer de Zoon u zal vrij maken, zult u werkelijk vrij zijn”.
Hij gaf een overdenking over het woord “ik”. In de Bijbel zijn enkele passages te vinden waar Jezus begint met “ik”. Hierop volgen altijd bijzondere uitspraken. Als de heer verhoord wordt zegt Hij: “Waarlijk ik ben de zoon van God”. Tijdens discussies wijst hij altijd in de ik-vorm naar God. Enkele voorbeelden: ”ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand kan bij de Vader komen dan door mij (Johannes14:6); “ik ben de opstanding en het leven” (Johannes 11:25 en “ik ben de alfa en de omega”(Openbaring 22:13).
De weg naar God wordt voor ons geopenbaard door het woord: “Ik ben de goede herder (Johannes 10:11)”. Eigenlijk zegt Hij: “ik bekommer me om jou en draag je wanneer je zelf niet meer kunt”.
Hij wees op het sleutelwoord: Vrij(heid). De Joden in de tijd van Christus vielen onder het gezag van de Romeinen maar waren vrij.
Hier leven we in vrijheid, dat is niet overal vanzelfsprekend maar zijn wij ook echt vrij? Of laten we ons slaaf maken door het nastreven van aardse zaken: een groter huis of auto, vakanties, we willen alles graag zien en meemaken. Op zich is daar niets mis mee toch; is ons principe nog steeds “zoek eerst het koninkrijk van God?
Nog een aspect van vrijheid ligt in het dienen. Jezus wist wat hem te wachten stond. Hoe heeft hij misschien gevangen gezeten in gedachten en gevoelens met dit vooruitzicht. Toch besluit Hij om het te ondergaan en draagt zijn jongeren op: “dien allen”.
Een bedreiging van vrijheid is de slavernij van de zonde: Adam en Eva scheidden zich van God door van de boom te eten oftewel de erfzonde. Het eerste slachtoffer hiervan was Kaïn, ondanks dat God hem waarschuwde.
Door de doop wordt de erfzonde weggenomen en de harmonie tussen de ziel en God hersteld. Zijn we dit ons ook bewust? Hoe meer we zondigen des te minder merken we het. Jezus heeft door zijn offer de weg weer geopend d.m.v. het Heilig Avondmaal.
Apostel Klene diende ons en verwees naar Mozes, die eerst aan de Israëlieten moest uitleggen wat vrijheid was, na jaren in slavernij geleefd te hebben. Kort na de bevrijding begon men al met klagen omdat ze niet wisten, hoe met vrijheid om te gaan.
Kerk en religie kunnen ook tot een beperking in vrijheid leiden. Dit mag echter niet de bedoeling zijn. Hij gaf het voorbeeld van Onesimus (brief aan Filemon), een weggelopen slaaf van Filemon die bij Paulus verblijft en daar Christen wordt. Paulus stuurt Onesimus terug naar Filemon maar roept deze op hem niet te straffen. Dit omdat hij een broeder is geworden en dezelfde vrijheid verdient.
In de voorbereiding op de schuldvergeving werd het voorbeeld van de verloren zoon genoemd. De broer die thuis was gebleven vond dat de thuisgekomen zoon geen feest verdiende. Waarop zijn vader hem uitnodigde om toch deel te komen nemen aan de blijdschap.
Wij hebben de vrijheid om deel te nemen aan de zondevergeving. Ook wij kunnen menen dat iemand de zondevergeving niet verdiend. In het “Onze Vader” bidden we om vergeving voor de ander. Laten we daarom de vrijheid nemen om de ander te vergeven, zodat ook wij kunnen deelnemen aan blijdschap.
In deze dienst werden er 3 priesters en 5 diakenen gewijd.
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland