In de vroege kerk, de periode van eerste tot ongeveer de vijfde eeuw na Christus, ontwikkelde de kerk zich tot wat aan de basis ligt van ons huidige kerk zijn.
Een van de belangrijkste ontwikkelingen in deze eerste eeuwen was de dooprite. De doop vond in de vroege kerk plaats in de paasnacht (hoewel waarschijnlijk ook op andere tijden gedoopt werd). Aan de doop ging een lange tijd van voorbereiding vooraf. Onderdeel hiervan was het vasten, waarin de zonden werden beleden en een volledige overgave aan Christus werd nagestreefd.
Als bijdrage hieronder een hymne uit een prachtig mooi boekje van prof. dr. Maarten A. van Willigen (Aanbidden met Ambrosius in de vroege kerk - www.dwarsligger.nl). Hij is bijzonder hoogleraar Bijbeluitleg Vroege Kerk aan de TUA.
Maarten van Willigen (Willigen, p. 353) schrijft als inleiding voor hymne LVIII ‘voor de veertigdagentijd’:
“In de veertigdagentijd, voorafgaand aan Pasen, was het ook vastentijd voor de vroegchristelijke kerk. Het vasten herinnerde aan het vasten van Jezus in de woestijn, toen Hij gedoopt was door Johannes. In de vroege kerk is de vastentijd ook aan de doop gekoppeld, maar gaat zij daar altijd aan vooraf.”
Onderstaand Hymnus LIX (voor Goede Vrijdag) gaat over het lijden van de Heer (Willigen, p. 537):
Laten we een hymne zingen voor de Heer,
Eer aan God brengen met een lofzang,
Aan Hem, Die ons aan het hout van het kruis
Met Zijn eigen bloed heeft vrijgekocht.
De dag neigt al naar de avond,
De dag waarop Christus aan de dood werd overgeleverd.
Een goddeloze kwam naar de maaltijd.
Hij, die de verrader van Christus was.
Jezus kondigt aan wat zal gebeuren
Aan de discipelen die de maaltijd gebruiken:
‘Een van degenen die hier aanliggen
Zal Mij in eigen persoon verloochenen.’
Judas, een uitermate slechte koopman,
Verzoekt de Heer met een kus.
Hij, [de Heer,] gaat als een onschuldig Lam
de kus van Judas niet uit de weg.
Voor het bedrag van dertig zilverlingen
Wordt Christus aan de Joden overgeleverd,
Hij Die niemand onrecht aandoet en onschuldig is
Wordt door de gewetenloze Judas overgeleverd.
Stadhouder [Pontius} Pilatus zegt onomwonden:
‘Ik vind geen schuld in Hem.’
Nadat hij zijn handen in water gewassen heeft
Heeft hij Christus aan de Joden overgeleverd.
Gewetenloze Joden die het volk bedriegen
Verzoeken erom dat een moordenaar in leven blijft,
maar Christus beschuldigen zij ernstig:
‘Laat Hij gekruisigd worden, Hij is schuldig!’
Dan wordt Barabbas losgelaten,
Hij, die aan de dood schuldig was,
het leven van de wereld wordt [aan het kruis] gehangen,
[het Leven] door Wie de doden weer opstaan.
[Ere zij aan U, Heer.
Ere aan de Eniggeborene,
samen met de Heilige Geest,
tot in alle eeuwigheid. Amen.]
Emiel van Asperen, Vlissingen
---------------------
Wilt u gedurende de veertigdagentijd dagelijks een overdenking in uw mailbox ontvangen, klik dan HIER of kijk voor een weekcompilatie elk weekend op het Instagram account van Jong NAK.
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland