Op zondagmiddag 31 oktober 2021 leidde districtsapostel R. Storck na de ochtenddienst in Amsterdam ook een kerkdienst voor de gemeenten van het district Midden-Nederland, die vanuit Arnhem ook via het internet live werd uitgezonden voor de geloofsbroeders- en zusters van het district.
In deze dienst heeft de districtsapostel districtsoudste P. de Bakker ambtsrust verleend na een lange actieve periode als ambtsdrager. Voor deze dienst was het woord uit Lucas 18:8b: ‘Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?’
Voor de aanvang van de prediking heeft het zangkoor het lied ‘Ga mij niet voorbij O Heiland’ (liednr. 608) gezongen, wat de districtsapostel aanleiding gaf in te gaan op een impuls die hem werd ingegeven door de Heilige Geest. In het Duits wordt in dit lied gesproken over een schreeuw uit het hart, te vergelijken met de stille bede waar in het Nederlands over wordt gesproken. Het kan zijn dat iemand in de gemeente al lang een stille schreeuw uit het hart uit om bij haar/hem stil te staan, maar het gevoel er is dat deze niet wordt gehoord. Hierbij werd het voorbeeld van Bartimeus genoemd die naar Jezus roept hem te helpen: hebt toch erbarmen over mij. Waar hij werd tegengehouden door de mensen om Jezus heen. Als u het gevoel heeft dat u niet gehoord wordt, dan kan het ook zo zijn dat gedachten u tegenhouden om u tot Jezus te wenden. Blijft Hem toch vragen zich om u te erbarmen, dan kunt u erop vertrouwen dat Hij u helpt.
In de prediking werd verder ingegaan op de bijzondere aanloop naar het Bijbelwoord. Jezus spreekt in gelijkenissen en over hoe het zal zijn bij de komst van de Mensenzoon. Er zullen er twee op bed liggen, één zal worden aangenomen, de andere afgewezen. Zo ook bij de twee die bij de molen staan. Dan spreekt Jezus over de weduwe die recht vraagt bij de rechter die geen ontzag had voor God. Na aanhoudend vragen is het de rechter die uiteindelijk recht spreekt voor deze weduwe die eigenlijk geen plek had in de maatschappij van toen. Het Bijbelwoord van deze middag volgt hierna: ‘zal Hij nog Geloof vinden op aarde?’ We hebben in onze tijd veel tegenstrevers tegen ons geloof zoals goddeloosheid en onrechtvaardigheid. Goddeloosheid van de wereld om ons heen en het risico dat deze onze gemeenschap binnenkomt. Onrechtvaardigheid kan komen uit een gevoel dat het anderen beter afgaat. Belangrijk is dat wij ons richten op de wederkomst van onze Heer en daar werkelijk in te geloven en de tegenstrevers geen kans geven in ons geloof.
Vervolgens werd districtsoudste P. de Bakker gevraagd om voor de laatste keer in actieve dienst mee te dienen. Hij getuigde over de werking van de Heilige Geest in de verschillende taken die je mag vervullen. In 1983 stond er boven het altaar van een jeugddienst: “ik hou mij Heer aan uw altaar”. Dat heb ik meegenomen en kunnen volbrengen met de hulp van onze God, maar daar moet je voor open staan. De districtsoudste sprak erover dat we mogen volhouden in ons gebed en arbeid. We zijn mensen met beide benen op de grond, maar alles wat we ontvangen is uit genade. Hij sloot af met woorden van stamapostel E. Streckeisen – “Blijf maar fijn apostolisch”.
Afsluitend rondde apostel P. Klene de prediking af en gaf de inleiding op de viering van het Heilig Avondmaal.
Na de viering van het Heilig Avondmaal vroeg de districtsapostel de districtsoudste en zijn opvolger, priester H. Bijl, naar voren te komen. Er werd het lied “Slechts zoals Gij” gespeeld door de echtgenote en dochter van de districtsoudste. Vervolgens ontving de districtsoudste dankwoorden en er werd gesproken over de manier waarop hij in de vele jaren zijn taken heeft vervuld. Aansluitend werd de nieuwe districtsvoorganger ingezet en de districtsoudste heeft met een handdruk ambtsrust ontvangen.
De dienst werd afgesloten met gebed en er was ruimte voor een prettig samenzijn onder het genot van een kop koffie en een oliebol.
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland