Op onze vraag naar informatie over deze kleine gemeente hebben we een aantal reacties binnen gekregen. Aan de hand van deze reacties konden we haar geschiedenis enigszins reconstrueren.
Het begint eind 1932 als Hendrik Akkerman, de dirigent van de gemeente Lemmer, zich met zijn uit 10 personen tellend gezin vestigt in Den Oever. Vanwege de Zuiderzeewerken trokken er meer gezinnen naar Den Oever zoals de families Hulst en Bodewitz. Zij bezochten de dienst in Den Helder.
Wanneer er precies werd besloten om een gemeente in Den Oever te stichten, is helaas niet bekend. Ze wordt in ieder geval nog niet vermeld in het adresboek van 1934. De eerste vermelding vinden we in het Internationale Adresboek van 1937. Er wordt dan op zondagen om 10.00 uur dienst gehouden aan de Voorstraat 26 bij de familie Hendrik Akkerman. Voorganger was priester J. de Klerk uit Den Helder. Twee jaar later wordt oudste Wildschut, vermoedelijk wegens ziekte van priester De Klerk, als tijdelijke voorganger vermeld.
Na het overlijden van priester De Klerk in 1940 wordt priester Brouwer aangewezen als voorganger van Den Helder en krijgt hij ook Den Oever onder zijn hoede. In 1946 kiest priester Brouwer voor apostel Slok, de kleine gemeente echter kiest voor de stamapostel en komt daarmee zonder voorganger te zitten. Den Oever valt in die tijd onder het district West (Noord- en Zuid-Holland) dat wordt geleid door oudste Kröner. Waarschijnlijk heeft hij de verzorging toen tijdelijk op zich genomen maar hierover bestaat nog geen duidelijkheid..
In 1949 komt het grote gezin Kieft de gemeente versterken. Het was toen niet meer mogelijk om bij de familie Akkerman dienst te houden en werd er een zaaltje in café Moeies gehuurd. Door het vertrek van een aantal leden keerde men twee jaar later weer terug naar de woning van priester Akkerman.
Het adresboek van 1952 vermeld dat er dienst wordt gehouden aan de Dijkstraat 12, voorganger is dan priester Akkerman. Zijn zoon ontving in 1954 het ambt van onderdiaken. In deze tijd valt de gemeente onder het district Leeuwarden. Priesters kwamen dan meestal met de bus over de Afsluitdijk en gingen nooit met een lege maag terug! Dat gold ook bijvoorbeeld voor broeders en zusters die fietsend onderweg waren. (zie onder) Priester Akkerman werd begin 1958 ziek en daardoor konden de diensten niet meer bij hem thuis worden gehouden. Hij overlijdt in 1960. De samenkomsten werden toen al thuis bij de onderdiaken Akkerman gehouden.
In 1961 verhuist het gezin Huizing met zes personen naar IJmuiden en in 1962 vertrekt het gezin Akkerman met zeven personen naar Beverwijk. Door deze vermindering van het ledenaantal had de kleine gemeente geen bestaansrecht meer en werd besloten tot opheffing, slechts 25 jaar na de oprichting.
Herinnering van een 89-jarige zuster:
In 1957 maakten mijn man en ik een fietstocht door Nederland en kwamen zo op zondagmiddag in Den Oever. De straat waar dienst zou worden gehouden hadden we snel gevonden maar niet het juiste adres. Terwijl we nog keken, kwam er een oud vissertje naar ons toe en vroeg of we naar de dienst (dus niet “de kerk”) wilden. Toen we dat bevestigden vertelde hij ons dat er die middag geen dienst zou zijn maar hij wilde ons wel naar de voorganger brengen. Die woonde een paar deuren verder. Zo belandden wij bij de familie Akkerman.... Die hadden dat weekend de familie van der Ham uit IJmuiden op bezoek maar we waren er niet minder welkom om.
De eerste vraag die ons werd gesteld was: “hebben jullie al gegeten? We hebben nog wel wat restjes!” De restjes bleken wel erg ruim uitgevallen: groenten, aardappelen en vlees. Bij het vlees merkte br van der Ham droogjes op dat we dat wel konden laten liggen want hij had het goede er al afgekloven..... Deze opmerking tekende wel de sfeer die er in huize Akkerman heerste. Ook voor het avondeten was er geen ontkomen aan: we moesten blijven. De tafel werd gedekt en er kwam een grote zak met brood. Deze werd op de tafel uitgeschud en ieder kon naar believen nemen maar wel na de waarschuwing dat de kapjes (de uiteindjes) het eerst op moesten.
Op de vraag waar we zouden kunnen overnachten, kregen we als antwoord: “niet hier want we zitten al met die familie van der Ham maar jullie kunnen bij onze zoon slapen.” Waarop de zoon reageerde met: “Geen probleem maar mijn vrouw kan elk moment bevallen en dan moet je eruit!” De bevalling vond die nacht niet plaats maar we hadden om 04.00 uur wel vier mannen in onze slaapkamer staan die “even afscheid kwamen nemen omdat ze naar zee moesten.....”
Het was, zoals wij dat zeggen, een “huuske van hol-aan”: ieder was welkom en alles kon. Voor een buitenstaander een zootje ongeregeld maar die ongedwongen warme sfeer, dat vergeet je zelfs na 60 jaren niet.
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland