Een jaar of drie geleden werd de werkgroep Archief NAK-NL benaderd met de vraag: "de NAK betaalt grafrechten voor ene Bloemers in Bussum. Wie is dat?" Nou was dat bij de werkgroep wel bekend maar het zette hen toch aan het denken: inderdaad, wie was dat.....? Voldoende reden dus om het een en ander uit te zoeken.
In het graf liggen de opziener Engelbart Gerrit Willem Bloemers en zijn vrouw Elisabeth Petronella Roose begraven. Misschien zal de naam opziener Bloemers bij hen die hun wortels in Amsterdam hebben nog iets zeggen, maar in het overgrote deel van Nederland is dit toch een grote onbekende.
Engelbart Bloemers werd op 2 augustus 1865 in Heteren (Gld) geboren als zoon van kleermaker Hendrik Bloemers en Theodora Engberdina Carlier. Hij leerde het vak van huisschilder. Hij verhuisde op enig moment naar Haarlem, maar waarom en wanneer is tot op heden nog niet duidelijk. Hij komt in het bevolkingsregister van 1884 niet voor maar feit is dat hij op 24 mei 1885 in Haarlem door apostel Schwarz werd verzegeld. Hierover zei hij zelf: "Toen ik voor vele jaren voor 't eerst met een Apostel in aanraking kwam, heb ik geloofd en vertrouwd en ik herinner me nog hoe groot mijn vreugde was omdat er weer Apostelen waren" (uit een dienst op 23 september 1926 te Utrecht).
Waarschijnlijk heeft hij in die kleine gemeente ook zijn vrouw leren kennen: Elisabeth Petronella Roose, geboren op 8 november 1866, dienstbode, dochter van Israël Roose en Jojanna Philipsen. Elisabeth behoorde ook tot de gemeente Haarlem waar zij op 18 mei 1884 door apostel Schwartz was verzegeld. Engelbart en Elisabeth trouwden op 5 juni 1889 in Haarlem.
Of en hoe lang ze in Haarlem hebben gewoond weten we niet. Wel dat het gezin Bloemers in 1902 aan de Kostverlorenkade 1 in Amsterdam woonde, een woning bij de kerk Amsterdam 3, op de hoek van de Fagelstraat. Op 16 juli 1905 wordt hij daar door apostel Van Oosbree ingezet als voorganger. Op 25 december 1913 wordt hij tevens ingezet als oudste voor de Amsterdamse gemeenten. In 1919 wordt hij ook nog voorganger van de gemeente Amsterdam 2 (Plantage Fransche Laan, later Henri Polaklaan) en, of het niet op kan, in 1921 van de gemeente Amsterdam V (Amsterdam-Noord). In 1922 en 1923 krijgen de gemeenten Amsterdam 2 en 3 weer een eigen voorganger en krijgt oudste Bloemers het iets rustiger.
Een opmerkelijk notitie, althans in het licht van nu, vinden we in een verslag van een dienst voor de ontslapenen in januari 1919. Apostel Van Oosbree verzegelde eerst de overleden kinderen waarvoor hij de betreffende moeders als representanten naar voren riep. Vervolgens riep hij oudste Bloemers en zijn vrouw naar het altaar om als ambtskribbe te dienen voor de te verzegelen volwassen ontslapenen. Deze ambtskribbe is in zoverre opmerkelijk omdat stamapostel Niehaus al in 1910 had besloten dat de ambtskribbe altijd uit twee ambtsbroeders zou worden gevormd. Apostel Van Oosbree grijpt hier echter terug op de regel die stamapostel Krebs in 1898 instelde, namelijk dat de ambtskribbe door de oudste diaken en diakones zou worden gevormd.
Als in 1923 oudste Reinold in Utrecht overlijdt, krijgt hij ook de gemeenten Utrecht, Amersfoort, Veenendaal, Bussum en Hilversum ter verzorging er nog bij. Apostel Van Oosbree sprak daarbij de profetische woorden: "Thans heb ik die gemeenten onder de directe leiding van den Oudste Bloemers gesteld. Die wordt hoe langer hoe dikker en krijgt zoo'n breede rug, dat te voorzien is, dat daar in de toekomst nog meer op gestapeld zou kunnen worden." (Zondagsblad 8 april 1923) Vijf jaar later zou dit worden bewaarheid.
In 1926 verhuist het gezin Bloemers naar de Comeniuslaan 33 in Bussum. In die tijd houdt de oudste zich ook bezig met onze periodieken. Zo doet hij onder andere een oproep aan de lezers om copy voor de bladen op te sturen aan E.G.W. Bloemers, Comeniusstraat 33, Bussum. Voor de plaatsing van de artikelen is hij niet verantwoordelijk, zo deelt hij mee. Dat is alleen aan de apostel voorbehouden.
Het is juni 1928 als apostel Van Oosbree het volgende in het Zondagsblad bekend maakt: “Wanneer ik, als Apostel, “bedieningen” aan de gemeenten geef, dan zijn zij allereerst “hulpen” voor de geloofskinderen. Eene direkte hulpe voor eenen Apostel ontvangt hij van den Stamapostel. Maandagavond hadden wij in lokaal Franschelaan Amsterdam, met den Stamapostel eene samenkomst. Honderden geloofskinderen en vele in den bediening staande broederen waren aanwezig, en ontving ik uit de hand des Stamapostels in den persoon van den mensch Bloemers, eene direkte, mij tendienste gegeven hulpe, om als Opziener over alle bedieningen en de geloofskinderen door mij te kunnen worden gebruikt. Betreffende deze hulp kleed ik mijn zielsverlangen belangende U allen “dien hem aanneemt, neemt mij aan, en dien die mij gezonden heeft”.
Een hem typerende uitspraak uit de tijd dat hij als opziener diende was: “ Het grootste gevaar bestaat daarin dat men het gevaar niet ziet. En het gevaar voor Werk Gods is altijd gekomen van een zijde, waarvan men het allerminst zou verwachten.”
Helaas heeft opziener Bloemers slechts anderhalf jaar gediend. Hij overleed vrij plotseling in januari 1930 in zijn woonplaats Bussum. Het Hersteld Apostolisch Weekblad van 19 januari 1930 staat er uitgebreid bij stil in een artikel met als titel: “Een der grooten” We lezen hierin onder andere:
...Opziener Bloemers is ontslapen. Met een grote ontroering ontvingen wij deze tijding. Wat al zoo lang gevreesd werd, is thans geschied: zijn lichaam heeft het opgegeven, ofschoon zijn geest nog waardig en gezind was tot arbeiden. Een der grooten, en toch een stille. Wellicht zijn er velen in de gemeenschap, die niet beseffen, of althans beseft hebben, de groote waarde, welke de opziener voor ons betekende.. ..Hij was groot, al was hij eenvoudig. Wij zouden kunnen zeggen: dat hij juist in zijn eenvoud en in zijn gezindheid om te dienen, een der grootsten was... ...Opziener Bloemers had al veel eerder rust moeten nemen, doch de ijver voor Gods zaak, de liefde voor zijn Apostel, de liefde voor alle broeders en zusters heeft hem gedrongen, zichzelven niet te ontzien, en immer maar door te arbeiden..
Opziener Bloemers werd begraven op de Algemene Begraafplaats in Bussum. De Gooi- en Eemlander, een regionale krant, schrijft daarover: Teraardebestelling E.G.W.Bloemers - een stoet van ruim 3000 personen. Zaterdagmiddag had onder enorme belangstelling de teraarde bestelling plaats van het stoffelijk overschot van den heer E.G.W.Bloemers, in leven opziener van de Hersteld Apostolische Gemeente in Nederland, die alhier in den ouderdom van ruim 64 jaar was overleden. 's Middags om 2 uur had in de groote zaal van Concordia een bijzonder kerkdienst plaats, waaraan door ongeveer 1000 personen werd deelgenomen. Om 3 uur had daarna de begrafenis plaats. Toen de stoet zich in beweging stelde, volgden zeven rijtuigen, twee auto's en een lange rij voetgangers van ruim 3000 personen de baar naar de Algemene Begraafplaats. De politie zorgde voor een vlot en geregeld verloop, zoodat 't verkeer geen oogenblik werd belemmerd, terwijl op het kerkhof voor een behoorlijke afzetting was zorggedragen. Toch was het onmogelijk alle belangstellenden een plaats op het kerkhof te bezorgen...
Er waren vijf sprekers en er werd uitgebreid dank betuigd voor zijn inzet voor de kerk.
Zijn vrouw overleed op 24 november in Haarlem en werd bijgezet in het graf van haar man.
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland