Hoe een Amsterdammer een zegen werd voor Rotterdam..... Wie kent niet de sportieve kift tussen Amsterdam en Rotterdam. Op voetbalgebied, als havensteden en culturele steden. Dat uitgerekend een Amsterdammer een grote rol speelde bij het apostolisch werk in Rotterdam zal bij menigeen minder bekend zijn. Toch deed deze situatie zich begin vorige eeuw voor.
Het Godswerk in Rotterdam begon aan het eind van de negentiende eeuw doordat binnenschipper Van Zandbergen getuigenis bracht aan onder andere de gezinnen Schippers, Nouwens en Dijkgraaf. Voor dit kleine groepje van circa 8 personen werd een klaslokaaltje aan de Schoolstraat gehuurd zodat men regelmatig kon samenkomen. In augustus 1897 werd de gemeente officieel door apostel Krebs gesticht. Dit jaar dus precies 120 jaar geleden. Pr Van Teerling werd ingezet als voorganger maar door zijn slechte gezondheid was dit geen succes. In 1898 werd pr Hildering als voorganger ingezet maar doordat hij niet in Rotterdam woonde bleef het een moeizame verzorging van de kleine gemeente.
In 1901 zou de situatie drastisch veranderen: evangelist Brakke uit Amsterdam vestigde zich in Rotterdam. De gemeente had hiermee een vaste voorganger en de zegen liet niet lang op zich wachten. Maar eerst: wie was evangelist en latere oudste Brakke?
Johannes Marinus Brakke werd geboren in Amsterdam op 2 september 1861. Hij werd op 1 juni 1879 door apostel Schwartz verzegeld, samen met zijn broer Cornelis Albertus en zijn negen jarige zusje Meike Wilhelmina. Door de aanwezigheid van dit zusje is het aannemelijk dat vader Johannes Marinus Brakke Sr en moeder Meiken Man ook op deze zelfde datum werden verzegeld.
Als kwajongen van zo'n 13 jaar was hij vaak te vinden op de Noordermarkt in Amsterdam. Hij verkeerde daar regelmatig in gezelschap van Jan van Dijk en Johannes van Oosbree. Ze groeiden weliswaar uit elkaar maar troffen elkaar later weer in de Apostolische Gemeente waar ze onder andere in het koor zongen. Johannes van Oosbree zou de latere districtsapostel van Nederland worden en Jan van Dijk werd later herder in Haarlem.
Johannes Brakke trouwde op 6 augustus 1891 in Amsterdam met de 23 jarige, uit Dalen (Dr.) afkomstige, Jacoba Smit. Gegevens over dit huwelijk en het einde daarvan zijn helaas niet bekend. Op 6 juni 1901 trouwt Johannes Brakke opnieuw. Nu met de 25 jarige, uit Zaandijk afkomstige, Agatha Meijer. Dit huwelijk wordt eveneens in Amsterdam voltrokken. Wanneer hij zijn eerste ambt ontving is niet bekend maar hij staat al op een groepsfoto van de ambtsdragers uit de gemeenschap Amsterdam uit circa 1895.
In 1896 doet zich in de Amsterdamse gemeente een splitsing voor. Een aantal leden volgt de, door profetie geroepen, apostel Max van Bemmel. Deze groep laat in 1897 een boekwerkje verschijnen onder de titel “De ware oorzaak der scheuring”. De apostelen Krebs, Ruff, Niehaus en Kofman reageren met een boekwerkje “Geen scheuring doch afval”. Het boekwerkje werd samengesteld door opziener de Vries èn priester-evangelist Brakke.
Johannes Brakke was kassier bij Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij in Den Haag, later beter bekent als “Hollands Spoor”. Vanwege zijn werkzaamheden verhuist het gezin Brakke van Amsterdam naar Rotterdam. In de Zevende Bazuin uit 1901 lezen we dat ze zich hebben gevestigd aan de Oranjeboomstraat 78.
In ditzelfde blad duikt zijn naam overigens ook al in 1898 op: apostel Krebs had Nederland bezocht en ging van hier op 13 augustus naar Zürich in Zwitserland. “In Heidelberg (D) trof hij zijn begeleider de evangelist Brakke uit Amsterdam, die de geheele reis de Apostel begeleide. Des avonds kwamen zij welbehouden in Zürich en werden door de broederen met vreugde begroet en ontvangen.”
Johannes Brakke kende de Duitse taal in woord en geschrift en werd mede daardoor een waardevolle hulp voor de apostelen Schwartz, Krebs en Kofman. In de maandbladen wordt hij dan ook regelmatig vermeld als begeleider van apostel Kofman die de Duitse taal namelijk niet machtig was.
Bijvoorbeeld in 1907: “De Stamapostel Niehaus kwam, vergezeld van Apostel Bornemannn 's zaterdagsavonds 18 april tegen 7 uur in Berlijn aan, alwaar ook de Apostelen Brückner, Bischoff, Obst, Sebastian, Güldenpfennig en Oehlmann reeds aangekomen waren en als vertegenwoordigers van Apostel Kofman waren twee opzieners: de Vries en Horsman uit Holland gearriveerd, alsook de Oudste Brakke uit Rotterdam.” En ook vinden we hem terug als vertaler van het, in het Duits in 1895 uitgegeven, boekwerkje “Een concept” van apostel Schwartz.
In 1904 wordt de eerste dochter geboren. Het gezin Brakke plaatst een advertentie in De Zevende Bazuin met de tekst: “Met dank aan God berichten wij de geboorte van onze eerste dochter. Uw br. en zuster Brakke, Rott. Oranjeboomstr 78.” Later zouden er nog een dochter en een zoon bijkomen. In datzelfde jaar, op 23 oktober 1904 ontvangt Johannes Brakke uit de hand van apostel Krebs het ambt van oudste. Voor de goede orde: de taken en verantwoordelijkheden van het oudste ambt toen zijn niet vergelijkbaar met het ons nu bekende ambt van districtsoudste. Nederland telde toen ook maar twee districten onder leiding van de opzieners Horsman en De Vries.
In 1910 gaat apostel Kofman in de rust. Dat ging niet zonder slag of stoot want in die tijd was het gebruikelijk dat men apostel “voor het leven” was. Apostel Kofman was echter dusdanig verzwakt door ziekte dat voortzetting niet verantwoord was. Er moest dus een nieuwe apostel voor Nederland komen. Stamapostel Niehaus polste oudste Brakke voor deze nieuwe opdracht maar die verzocht “van de aanwijzing verschoond te blijven”. Op 23 juni 1910 werd, tijdens een grote dienst in de grote zaal van het Concertgebouw in Amsterdam de oudste Johannes van Oosbree geroepen om de plaats van apostel Kofman in te nemen.
De groei van de gemeente Rotterdam nam vanaf begin vorige eeuw een enorme vlucht. Naast de in 1897 gestichte gemeente aan de Jan van Loonslaan ontstonden gemeenten aan de Volmarijnstraat, de Gerrit van der Lindenstraat, de Rijnhaven en aan de Heijplaat. Rotterdam telde op haar hoogtepunt dus 5 verschillende gemeenten. Eerlijkheidshalve dient wel vermeld te worden dat deze groei mede tot stand kwam door toestroom uit andere gemeenten omdat de werkgelegenheid in Rotterdam in de vooroorlogse periode enorm toenam.
Bij de jaarstatistieken van 1912 sluit oudste Brakke een notitie bij voor apostel Van Oosbree. Hij vermeldt daarin dat hij nu ruim 11 jaar in Rotterdam werkt en dat de gemeente is gegroeid van ±40 naar 664 zielen. “Dit is duidelijk geen mensenwerk” zo schrijft hij verder en uit zijn waardering voor de grote inzet van de broeders.
Als apostel van Oosbree in 1916 Rotterdam bezoekt wordt hij geconfronteerd met zo'n 180 zielen die graag de Heilige Verzegeling wilden ontvangen. Hij zegt dan: “Lieve God, vallen de kinderen hier uit de blauwe lucht? Oudste Brakke, weet u de oorzaak? Komen ze zo maar de Gemeente binnenrollen?" “Och”, antwoordt oudste Brakke: “de broeders hebben wat gedaan, de kinderen der Gemeente hebben ook wat gedaan. De zielen zijn in de gemeenschap gekomen, hebben zich aan den disch gezet en de spijzen zijn hun goed bevallen, en ze zijn zoo gaandeweg in de gemeenschap gebleven en hebben zich als “zaden” laten voorbereiden, waarna zij zich nu tot inplanting in het akkerwerk komen melden.” Om zijn werkzaamheden iets te vergemakkelijken stelt apostel Van Oosbree hem in dat jaar zelfs een telefoon ter beschikking!
Ongewild wordt oudste Brakke ook nog betrokken bij een splitsing van de gemeenten in Australië. De daar werkende apostel Niemeijer verzet zich tegen de bevoegdheden van de stamapostel. Hij correspondeert hierover met apostel Kofman maar omdat deze geen Duits kent en omdat stamapostel Niehaus geen Nederlands kent wordt oudste Brakke ingeschakeld als vertaler van de brieven. Als apostel Van Oosbree merkt dat er na 1910 nog steeds correspondentie is tussen de oudste en apostel Niemeijer reageert hij geprikkeld en benadert stamapostel Niehaus hierover. In februari 1912 schrijft de stamapostel een brief aan de oudste en bedankt hem voor zijn inzet en merkt fijntjes op dat apostel Van Oosbree de Duitse taal wel beheerst en dat de correspondentie nu niet meer via de oudste hoeft te gaan. “Er zijn verschrikkelijke toestanden in Australië. Velen lopen weg. Er wordt laster rondgestrooid over de andere Apostelen.” Hij meent dat het goed is dat oudste Brakke dit weet. Met andere woorden: niet meer mee bemoeien, laat het nu maar aan ons over !.
Wanneer oudste Brakke nou precies in de rust ging is (nog) niet bekend. Op een foto genomen ter gelegenheid van het bezoek van stamapostel Niehaus aan Rotterdam in 1926 staat hij rechts van de apostelen. In de statistieken van 1931 wordt geen oudste meer vermeld. Het is aannemelijk dat hij ergens in deze periode ambtsrust heeft gekregen.
Op 2 maart 1938 overlijdt oudste Brakke op 77 jarige leeftijd in Rotterdam. Zijn vrouw overleed in januari 1956 in Rotterdam.
Met dank aan de volgende bronnen:
Gemeentearchief NAK Rotterdam,
Archief NAK-NL,
Archief HAG,
boek Nieuw Licht op oude wegen van B.Brand,
Stadsarchief Rotterdam.
.
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland
Mit Hilfe einiger zusätzlicher Dienste können wir mehr Funktionen (z.B. YouTube-Video-Vorschau) anbieten. Sie können Ihre Zustimmung später jederzeit ändern oder zurückziehen.
Diese Internetseite verwendet notwendige Cookies, um die ordnungsgemäße Funktion sicherzustellen. Jeder Nutzer entscheidet selbst, welche zusätzlichen Dienste genutzt werden sollen. Die Zustimmung kann jederzeit zurückgezogen werden.
Nachfolgend lassen sich Dienste anpassen, die auf dieser Website angeboten werden. Jeder Dienst kann nach eigenem Ermessen aktiviert oder deaktiviert werden. Mehr Informationen finden sich in der Datenschutzerklärung.