God, ik wil een weerzien, mijn lieven weer ontmoeten
En met uitbundigheid omarmen en begroeten.
Ik wil ze zien zoals ze heel mijn leven waren
En dan hun vriend’lijkheid in ’t hemels licht ervaren.
God, ik wil een weerzien van hen die op mij wachten,
Die zoveel liefs en teers in al mijn nachten brachten
En dan vertel ik hun wat ik ze nooit kon zeggen,
Zal ik mijn handenpaar stil in hún handen leggen.
God, ik wil een weerzien, als U mij op zult trekken,
Mijn mond, mijn oog, mijn hart voor eeuwig zult verwekken.
Laat mij die lange stoet van duizenden beminden
In ’n feestelijk gewaad als in een droom hervinden!
Frits Deubel 1927-2017
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland