Voor de tweede keer bezocht stamapostel J.L. Schneider Nederland in het weekend van 19 en 20 november 2016. Op zondag 20 november 2016 leidde hij een kerkdienst in de kerk te Hilversum, waarvoor gemeenten uit de districten Amsterdam en Arnhem waren uitgenodigd. De dienst werd via internet uitgezonden naar kerkgemeenten in Nederland, Vlaanderen en Malta. Enkele uren later zou de kerkdienst integraal te volgen zijn in de kerkgemeenten op de Nederlandse Antillen. Verder konden ook zieken de dienst via internet live volgen.
Als basis voor de dienst gebruikte de stamapostel het Bijbelwoord Romeinen 1: 11-12: 'Want ik verlang ernaar u te ontmoeten en u te laten delen in een geestelijke gave, om u te sterken, of liever, om door elkaar bemoedigd te worden: ik door uw geloof en u door het mijne.’
Tijdens de dienst ging hij nader in op de relatie tussen gelovigen in de christelijke gemeenten en de apostelen, als onderdeel van diezelfde gemeente.
De juiste vragen stellen
De stamapostel vertelde dat hij in de voorbereiding op deze dienst en na lezing van dit gedeelte uit de Romeinenbrief van apostel Paulus tot de conclusie kwam dat God de meeste vragen al heeft beantwoord. De mens weet over Gods liefde, genade en zorgzaamheid. Een vraag die mensen aan God zouden kunnen stellen is: "Heb ik het me goed gedragen?”' Het is altijd goed jezelf te blijven beproeven op dit punt, zonder aan jezelf te gaan twijfelen.
Hieruit destilleerde de stamapostel twee vragen die hij zich als christen stelt: "Wat verwacht God van mij?” en “Wat kan ik doen om Jezus Christus te behagen?” “Deze vragen zouden vreugde moeten brengen en geen angst”, aldus de stamapostel.
Het leven in de christelijke gemeenten
De passage uit het boek Romeinen beschrijft de relatie van de kerkgemeenten met de apostelen en andersom. De apostelen geven en nemen, maar de gemeenten, waar ze onderdeel van uitmaken, op hun beurt ook. Apostelen zijn geroepen om de gemeenten te dienen. Dit gebeurt niet vanuit plichtsbesef, maar vanuit liefde. Vanuit die grondgedachte worden ook ambtsdragers in de gemeenten door de apostelen gezonden, om samen met de apostelen de geestelijke gaven van God in de gemeenten te delen. De mens is hier alleen een instrument van God.
Gaven van apostelen
Allereerst ging de stamapostel in op de gaven van apostelen. Wat willen zij aan de gemeenten geven? Belangrijk hierbij is de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. Kernpunten van het evangelie zijn: God is liefde, God blijft de mens trouw en dat Jezus Christus zal wederkomen. De uitleg dient altijd weer aansluiting te vinden bij hedendaagse situaties.
Bovendien hebben apostelen de bevoegdheid om de vergeving van de zonden te verkondigen, waarbij de gemeente altijd wordt voorgehouden: "Om genade te ontvangen is het nodig je bewust te worden van je zonden, berouw te tonen en de naaste te vergeven”, aldus de stamapostel. Dat zijn voorwaarden voor de vergeving van zonden door God.
De apostelen brengen ook het Heilig Avondmaal als een sacrament in de gemeenten. De innige gemeenschap met Jezus Christus leidt tot de versterking van de gelovigen en bevordert ook de eenheid van de gemeenschap. De stamapostel verwoordde het als volgt: “De gemeente wordt versterkt door het leven en het wezen van Jezus Christus en door de eenheid."
Als laatste noemde de stamapostel de drievoudige zegen aan het einde van de dienst, als gave van apostelen aan de gemeente. Elke dienst klinken de woorden: “De genade van onze Heer Jezus Christus en de liefde van God en de gemeenschap van de Heilige Geest zij met u allen.”(vgl. (2 Korintiërs 13: 13). Dit kan gezien worden als belofte van God aan de gemeente.
Gaven van de gemeenten
Gemeenten ontvangen en kunnen zelf ook geven. Een geloofsgemeenschap is een krachtig instrument. In de gemeente kan men kracht putten door de werkzaamheid van God te ontdekken en te ervaren. Een gelovige gemeente is ook een dankbare gemeente. Zij danken God voor zijn werk en aanbidden Hem. Deze aanbidding, die dankbaarheid en vreugde zijn ook een prachtig middel om kracht uit het geloof te putten.
Daarnaast stond stamapostel ook stil bij het feit om ook kracht te putten bij elkaar als geloofsbroeders-en zusters in een gemeente. Van jong tot oud. Hij riep op je meer te verdiepen in de ander. Neem de tijd voor elkaar. Dan leer je elkaar beter kennen en leer je vooral het geloof van die ander beter kennen. Dan kom je tot het besef hoe groot die ander feitelijk is. Dan besef je ook: ik heb meer van hem of haar ontvangen, dan dat ikzelf heb gegeven.
Een andere belangrijke bijdrage aan versterking van ieders geloofsleven kan het gezamenlijk gebed zijn. Soms kan er in bepaalde situaties gezamenlijk gebeden worden. "We willen God niet om een wonder vragen. We willen Hem ook niet voorschrijven wat Hij moet doen. We willen gewoon samenkomen en samen bidden, om tot God te zeggen: U mag weten, we vinden het heel belangrijk en we bidden voor uw hulp."
Afsluitend
De stamapostel werd tijdens dit bezoek begeleid door districtsapostel M. Fehlbaum en apostel Ph. Burren uit Zwitserland en de apostelen H.J.Bauer en J. Loy uit Zuid-Duitsland. De dienst werd muzikaal omlijst door de districtskoren van de districten Amsterdam en Arnhem.
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland