Op 21 juli 2016 is het precies 70 jaar geleden dat oudste Paasman uit Leeuwarden het ambt van districtsapostel voor Nederland ontving. Vanwege zijn onverwacht overleden heeft hij dit ambt slechts twee jaar kunnen vervullen. Tijd om eens terug te zien naar deze markante apostel in een van de roerigste perioden van apostolisch Nederland.
Berend Frederik Paasman werd geboren op 8 november 1886 in Meppel als zoon van de stukadoor Kier Paasman en zijn vrouw Grietje Friskus. Het gezin telde tien kinderen waarvan er een al na twee maanden overleed. Vanwege het werk verhuisde het gezin nogal eens. Zo woonden ze onder andere in Kampen, Heerenveen en Joure. Het stucadoorsbedrijf van vader Kier Paasman werd later voortgezet door drie van zijn zoons, waaronder Berend en Koop. Deze laatste heeft aan heel wat kerken in Nederland en Duitsland gewerkt. In 1910 was het gezin in Leeuwarden gevestigd en leerde daar, door de vrienden en vriendinnen van hun kinderen, de HAZEA kennen.
Het verhaal gaat dat Berend door zijn broer Marten werd uitgenodigd mee te gaan naar de kerk. Toen Berend deelnam aan het Heilig Avondmaal vond broer Marten dat ongepast waarop Berend zei: “als de priester mij had geweigerd, dan was ik niet teruggekomen. Nu blijf ik!”
Berend Paasman werd op 8 juni 1910 verzegeld. Lange tijd leidde hij het koor. Op 11 januari 1914 werd hij ingezet als onderdiaken. Hij trouwde op 30 mei van datzelfde jaar met Cornelia Cnossen. Op dezelfde datum trouwde ook zijn broer Marten met Catharina Sternsdorff en zijn zus Hilligje met Doije Poorte uit de gemeente Scherpenzeel.
Uit het huwelijk van Berend en Cornelia kwamen twee kinderen voort. Zoon Jan zou later ook als priester in de gemeente Leeuwarden dienen.
Op 15 april 1917 ontving hij het diakenambt. Drie jaren later werd hij ingezet als priester in de gemeenschap Leeuwarden. In 1930 kreeg hij de opdracht de gemeenschap als voorganger te dienen. Op 3 april 1932 ontving hij het herdersambt. Eenvoud en eerlijkheid tekenen zijn manier van dienen, anderzijds kon hij ook wel eens kortaangebonden zijn echter zonder kwetsend te zijn.
Een jaar later, op 4 maart 1933, werden hij en herder Aart van Asperen van de gemeente Utrecht I, tijdens een landelijke ambtsbroederdienst in Amsterdam ingezet als districtsoudsten voor respectievelijk het district Noord en het district Utrecht. Dit tot verlichting van de oudsten Hartman en Jochems. Direct na hun ordinatie vraagt apostel Van Oosbree aan de aanwezige zes oudsten of zij deze beide broeders in hun midden willen opnemen waarop met een krachtig “ja” wordt geantwoord.
Oudste Paasman was, samen met de oudsten Kamphuis, Smit en van Asperen, uiterst kritisch over de veranderingen in de leer die apostel Van Oosbree trachtte door te voeren. In 1946 maakte apostel Van Oosbree bekend de stamapostel niet meer te erkennen en zijn eigen weg te gaan. Voor oudste Paasman was dit ondenkbaar. Hij bleef achter de stamapostel staan en erkende apostel Jochems als rechtmatige opvolger van apostel Van Oosbree. Zo ook het grootste deel van de gemeenteleden in het door hem geleidde district Noord. De gelijktijdig met hem geordineerde oudste (Aart) van Asperen vroeg met onmiddelijke ingang ambtsontheffing.
Als na het overlijden van apostel Van Oosbree op 22 april 1946 diens testamentaire opvolging wordt voorgelezen waren alleen opziener Schurink en de oudsten Slok, Hartman, Smit en Wildschut aanwezig. Oudste Elbers was “plotseling ziek” en de oudsten Paasman en Kamphuis hadden zich zelfs niet eens afgemeld. Was het een stil protest tegen de gang van zaken?
In een “Zendbrief van den Stamapostel” van juli 1946 vermeld stamapostel Bischoff:
Op 30 juni 1946 werd in Frankfort a.M. een Apostelvergadering gehouden. De, met inbegrip van den Stamapostel, aanwezige 11 apostelen hebben in hoofdzaak over de toekomst van het Gods Werk in Holland beraadslaagd, nadat zij het verslag gehoord hadden van de beide Apostelen uit Zwitserland , die van 3 tot 28 mei in Holland geweest zijn. (…) Met diepen weemoed hebben wij kennis genomen van het verslag over de bedroevende toestanden in de Hollandsche gemeenten. Het is mijn grootste zorg en die van alle Apostelen, U allen in de vaste eenheid der Apostelen te behouden en U te beschermen voor schade Uwer zielen en voor dwalingen. (…)
Om de geloofskinderen in Nederland, waarnaar onze liefde, zorg en gebeden zich uitstrekken, in de Apostolische eenheid te brengen en daarin te bewaren, heb ik naar het eendrachtig willen van de Apostelvergadering van den 30sten Juni 1946 den Districtsoudste Paasman uit Leeuwarden tot Apostel voor de Apostolische gemeente in Holland bestemd. De Districtapostel Ernst Güttinger heeft krachtens mijn opdracht op 21 Juli 1946 in Amsterdam deze aanwijzing ten uitvoer gebracht.
Zijn korte tijd als districtsapostel waren getekend door de splitsing die ontstond door de dood van apostel Van Oosbree en de daaruit voortvloeiende confrontaties. Processen en verdachtmakingen maakten zijn ambtsperiode zwaar en moeilijk.
Apostel Paasman stierf geheel onverwacht op 22 mei 1948. Hij werd begraven op de begraafplaats in Huizum bij Leeuwarden. Op 29 mei komt er een extra nummer van de “Mededelingen ten behoeve van de leden der Hersteld Apostolische Zendinggemeente in de Eenheid der Apostelen in Nederland en Koloniën” uit. Daarin wordt uitgebreid aandacht besteed aan de overleden apostel Paasmaan. We lezen daarin onder andere:
Na een kortstondig doch hevig lijden is op 22 mei 1948 apostel Berend Frederik Paasman door God onze Vader thuisgehaald. Hij ontsliep zacht en kalm in volle zielevrede in de ouderdom van 61 jaar. Alhoewel wij, als gevolg van de aard zijner ziekte, nl trombose in beide benen en longontsteking, ons de ernst van zijn toestand niet ontveinsden, leefde toch de hoop op een spoedig en algeheel herstel.
Ook de Leeuwarder Courant maakt melding van de begrafenis en schrijft:
Zaterdag is op 61 jarige leeftijd te Leeuwarden overleden de heer Berend Frederik Paasman, in leven hoofdbestuurder van de Internationale Geloofsgemeenschap der Hersteld Apostolische Gemeente in de eenheid der Apostelen voor Nederland en Koloniën. Gistermiddag werd het stoffelijk overschot van de heer Paasman onder enorme belangstelling te ruste gelegd op de begraafplaats te Huizum. Enkele duizenden geloofsgenoten van de overledene waren uit alle delen van ons land naar Leeuwarden gekomen om de overledene te eren. Ondermeer waren aanwezig de districtsleiders van Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Limburg, benevens enkele vertegenwoordigers uit Zwitserland.
En over de sprekers op het kerkhof schrijft de Leeuwarder Courant nog:
Zij allen schetsten de overledene als iemand die zijn gehele leven dienstbaar heeft gemaakt voor zijn geloof, die zeer velen ten zegen is geweest en wiens heengaan een moeilijk te vervullen plaats heeft doen ontstaan.
Op 15 augustus 1948 wordt districtsoudste Gerrit Kamphuis in Amsterdam, in opdracht van de stamapostel, tot apostel voor Nederland geroepen door apostel Ernst Güttinger.
Berend Paasman diende dus maar twee jaren in zijn ambt als apostel. Waarschijnlijk ten gevolge van deze korte periode is er, buiten de gemeente en het district Leeuwarden, ook maar weinig over hem bekend. We hebben getracht een persoonlijk beeld te schetsen:
Apostel Paasman was recht door zee. Zijn wat norse blik leidde er wel eens toe dat kinderen bang voor hem waren of, op zijn minst, een diep ontzag voor hem hadden. Zo gaat het verhaal dat er in de gemeente Leeuwarden een jongetje tijdens de dienst nodig moest plassen. Zijn vader ging er met hem uit en kreeg bij terugkeer te horen: “Dat geskiet en gemieg mut maar eens afgelopen wezen" (dat geschijt en gezeik moet maar eens afgelopen zijn). Toen de verontwaardigde vader na afloop van de dienst verhaal ging halen kreeg hij te horen: "Ik moest er wat van zeggen en ik dacht jij kan er wel tegen"
Oudste Paasman woonde boven de kerk in Leeuwarden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verborg oudste Paasman onderduikers. Maar er kwamen ook regelmatig Duitse broeders in militaire dienst bij hem over de vloer. In ieder geval een deel van deze militairen was op de hoogte van de onderduikers en toen één van hen opmerkte dat hij daarvan aangifte zou kúnnen doen merkte oudste Paasman kort maar krachtig op: “Dan moet je dat doen!”
In deze periode was het moeilijk om aan brandstof te komen. Een in de buurt wonende broeder werkte bij de gasfabriek. Hij nam als het kon cokes mee naar huis die dan 's avonds door oudste Paasman in een aktetas werden opgehaald.
Op de dag dat de capitulatie werd bekend gemaakt ging oudste Paasman van zijn woning naar de kerkzaal en hield daar spontaan een complete dankdienst, dus inclusief Heilig Avondmaal. Maar aangezien niemand hiervan op de hoogte was, was hij de enige aanwezige....
Zijn overlijden kwam in Leeuwarden en de noordelijke districten hard aan en velen hebben een traan gelaten. Juist door zijn recht voor zijn raap karakter was hij erg geliefd geworden. Foto's van de grote opkomst bij zijn begrafenis zijn daarvan een stille getuige.
Met artikel kwam mede tot stand door de hulp van o.a. zr Sternsdorff, pr P.Meijer en fam Prosé uit de gemeenschap Leeuwarden. Waarvoor onze dank!
Bronnen: districtskroniek Leeuwarden, archief NAK-NL
© Nieuw-Apostolische Kerk in Nederland