Nieuw-Apostolische Kerk

Kort voor de komst van apostel P. Klene in Suriname overleed in de kerkgemeente Paramaribo de geloofszuster Irene Finisie na een zeer ernstig ziekbed. Zij was nog niet zo oud en liet haar man en kinderen achter. Zij was één van de steunpilaren van de gemeente in Paramaribo en was altijd een thuishaven geweest voor velen, ook voor de families die vanuit Nederland in Suriname gewerkt hebben. Haar afscheid betekent een groot verlies voor haar gezin en de gemeente. Ook voor de families in Nederland die in Suriname gewerkt hebben heeft het grote impact.

Nadat de apostel op woensdagmorgen met de herder de familie bezocht had vond op donderdagavond de singi neti plaats. Dit is een Surinaams gebruik waarbij alle belangstellenden zich de dag voor de begrafenis verzamelen om samen te zingen en zo troost te vinden en te rouwen.Rond half negen ’s avonds was de kerk in Paramaribo overvol met ruim 200 aanwezigen. De apostel las eerst voor uit het evangelie van Matteus, hoofdstuk 25, de verzen 35 tot 40.

Dit is de bekende tekst waarin wordt gezegd: “toen ik hongerig was heb je mij te eten gegeven…” Deze avond duurde volgens het plaatselijk gebruik tot twaalf uur ’s nachts. Tijdens een korte pauze werd een gezamenlijke maaltijd gebruikt. Het was een bijzondere plechtigheid in een mooie sfeer.

Vrijdagmorgen hield de apostel de troostdienst in de kerk van Paramaribo waar opnieuw velen naartoe waren gekomen. Aan deze plechtigheid lag het bijbelwoord uit het evangelie van Johannes hoofdstuk 11 vers 25 ten grondslag. "Maar Jezus zei: ‘Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft." Na de dienst zijn enkele families en de voorganger, Herder Sanredjo, met de rouwende familie mee gegaan naar de rivier waar de oversteek werd gemaakt naar het dorp Nieuw Lombee waar de dag erna de begrafenis zou plaatsvinden.

Op zaterdagmiddag vond in dit dorp opnieuw een korte rouwplechtigheid plaats met aansluitend de begrafenis op het plaatselijke kerkhof in het bos. Aan deze plechtigheid legde de apostel het woord Hebr. 11: 6 ten grondslag. In dit woord en deze dienst stond het geloof van onze zuster centraal.

Bij deze uitvaart waren ongeveer 800 aanwezigen. Naar plaatselijk gebruik werd onze zuster onder muzikale begeleiding naar haar laatste rustplaats gebracht. Er was heel veel emotie zichtbaar.

Na de plechtigheid was er nog een kort samenzijn met de kapitein van het dorp. Deze sprak zijn waardering voor onze zuster en deze bij haar passende plechtigheid uit. Het was zijn wens dat de leden van onze kerk in zijn dorp in haar geest verder zouden gaan. Hij had een waardige en sterke

geloofsgemeenschap waargenomen.